FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Of course!
Of course2-5havo
Ofcourse2-5h-H1-EN ->
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
alien
=
anders dan wat je gewend bent / anders dan je gewend bent
allure
=
aantrekkingskracht
brisk
=
energiek en vlot
consummate
=
zeer talentvol
dignity
=
waardigheid
to disparage
=
verachtelijk spreken over
to embrace
=
met enthousiasme accepteren (plan, voorstel, geloof) / met enthousiasme accepteren / enthousiast accepteren
to enhance
=
verbeteren (van kwaliteit / waarde) / verbeteren
enigmatic
=
mysterieus
facial
=
gezichts- / gezichtsbehandeling
to fare
=
het goed hebben / het goed maken / het slecht hebben / het slecht maken
to flaunt
=
opvallen / pronken met
graceful
=
elegant
grim
=
erg serieus / erg serieus eruitzien
icon
=
iets dat symbool staat voor een bepaalde periode / symbool voor bepaalde periode
indisputable
=
onbetwistbaar / onontkenbaar
lofty
=
verheven / bewonderingswaardig
onset
=
begin
perils
=
gevaren
to sustain
=
in stand houden
unbecoming
=
ongepast / onacceptabel voor
to verge on
=
grenzen aan / grenzen aan iets extreems
administration
=
regering
to charge
=
binnenstormen
compliant
=
te meegaand / meegaand
to hold dear
=
zeer veel waarde hechten aan iets / veel waarden hechten aan iets / veel waarde hechten aan
distinction
=
kenmerk waarmee iemand zich onderscheidt / kenmerk
event
=
onderdeel van een sportevenement
fortitude
=
moed (in een zeer moeilijke situatie) / moed
foul
=
grof / beledigend
gear (climbing) / gear
=
spullen (voor een bepaalde activiteit) / spullen
notably
=
in het bijzonder
to opt out of
=
afzien van / niet meer meedoen aan
reminiscent of
=
doet denken aan
self-effacement
=
bescheidenheid
stamina
=
uithoudingsvermogen
Supreme Court
=
Hoger Gerechtshof / hoger gerechtshof
to affect
=
treffen / beïnvloeden
attention span
=
concentratieperiode
avid
=
zeer enthousiast
beneficial
=
nuttig / nuttig voor / gunstig voor
controversial
=
omstreden
to cover
=
behandelen
demanding
=
veeleisend
to derive from
=
ontlenen aan
to distort
=
verdraaien / vertekenen
empathy for
=
het kunnen meevoelen met
to incorporate
=
integreren
to iron
=
strijken (van kleren) / strijken
outlet
=
uitlaatklep
to perceive
=
waarnemen
to address
=
aanpakken
bandwidth
=
bandbreedte
detergent
=
wasmiddel
to exhibit
=
tentoonstellen / tentoonstellen aan het publiek
imperative
=
zeer dringend / belangrijk / noodzakelijk
interface
=
menu, lay-out, etc. van een computerprgramma / menu / lay-out / menu van een computerprogramma / lay-out van een computerprogramma
to overcome
=
te boven komen
query
=
vraag (niet question) / vraag
to retain
=
behouden
to supplement / to replenish
=
aanvullen
usability
=
gebruiksvriendelijkheid
to desensitise to
=
ongevoelig maken voor
to intervene
=
ingrijpen
to monitor
=
de ontwikkeling van iets in de gaten houden / de ontwikkeling in de gaten houden
principal
=
belangrijkste
thesis
=
proefschrift
to attempt
=
pogen
to belittle
=
kleineren
comprehensive
=
uitvoerig (incl. details) / uitgebreid (incl. details) / uitvoerig / uitgebreid
deranged
=
krankzinnig
elaborate
=
uitgebreid
enforcement
=
handhving / handhaving van regels
to expose
=
ontmaskeren
feasible
=
uitvoerbaar
to gain
=
krijgen / verkrijgen / verwerven
legislation
=
wetgeving
paranoia
=
vervolgingswaanzin / abnormale achterdochtigheid
to perpetrate
=
plegen
in pursuit of
=
op zoek naar
scam
=
zwendel
scope
=
bereik
slanderous
=
lasterlijk
stealthy
=
ongemerkt en stiekem / ongemerkt / stiekem
to file a suit
=
een aanklacht indienen
to violate somebody / to violate s.b
=
iemand aanranden
to bombard
=
bombarderen
liability
=
blok aan het been
to do something out of spite / to do s.th. out of spite
=
haat / wrok
susceptible to
=
gevoelig voor
to usurp
=
opslokken
to be adept at
=
bedreven in / goed in
con man
=
oplichter
critter
=
schepsel
dowdy
=
slonzig
to hibernate
=
een winterslaap houden
to insert
=
iets ergens tussenplaatsen
nocturnal animal
=
nachtdier
rogue
=
schurk
to run amok
=
als een bezetene te keer gaan
stash of
=
hoeveelheid van iets dat geheim is
suburbia
=
voorsteden
whiny
=
zeurderig
distinctive
=
typisch
moron (AE) / moron
=
rund (als scheldwoord) / rund
sassy
=
brutaal / vrijpostig
to face off
=
de strijd aangaan met
exterminator
=
uitroeier / vernietiger