FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Of course!
Of course2-4vwo
Ofcourse2-4v-H4-EN ->
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
bewildered
=
verbijsterd
boundary
=
grens
to ensue
=
erop volgen
to maintain
=
in stand houden / behouden
on the straight and narrow
=
op het rechte pad
parenting
=
ouderschap / opvoeding
potentially
=
mogelijk
to acknowledge
=
erkennen / toegeven
collapse
=
instorten
competitors
=
concurrent / mededinger
to liberate
=
bevrijden / vrijmaken
nuisance
=
ergernis
participant
=
deelnemer
predictable
=
voorspelbaar
spectators
=
toeschouwer
trail
=
pad
to anticipate
=
verwachten / voorzien
appropriate
=
passend
avalanche
=
lawine
to be busted
=
gearresteerd worden
to convey
=
overbrengen
disabled person
=
invalide
to disguise
=
verbergen
to exceed
=
overtreffen
to focus
=
zich concentreren
to grab
=
vastpakken / grijpen
gravity
=
zwaartekracht
hazardous
=
gevaarlijk
to interpret
=
verklaren
marine
=
marinier
to survey
=
inspecteren
unprecedented
=
nog niet eerder voorgekomen / ongekend
band
=
strook
to blare
=
luid en onplezierig doen klinken / schallen / brullen
blizzard
=
sneeuwstorm
to condense
=
verkort weergeven
convenience store
=
winkeltje dat eten, kranten e.d. verkoopt en altijd open is / winkeltje
deluge
=
stortvloed
font
=
lettertype
issue
=
nummer
knowledgeable
=
goed geïnformeerd / goed op de hoogte
to litter
=
vervuilen
onslaught
=
aanval
promotional materials
=
advertentie / reclame
segment
=
deel
to skyrocket
=
vliegen omhoog
a white lie
=
een leugentje om bestwil
to convict
=
veroordelen / formeel beschuldigen van
to defy
=
trotseren / uitdagen
to embrace
=
omhelzen
to execute
=
uitvoeren
pad
=
vulling
partially
=
gedeeltelijk
to restrain yourself
=
zich beheersen
treacherous
=
verraderlijk
to tread on
=
stappen op
vein
=
ader
adaptable
=
flexibel
applicant
=
sollicitant
cooperative
=
meewerkend
fortnight's
=
twee weken / 14 dagen / veertien dagen
hospitality
=
gastvrijheid
laundry
=
wasserette
registered
=
gediplomeerd