FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Of course!
Of course2-4havo
Ofcourse2-4h-H4-NE
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
mental
=
geestelijk
tense
=
gespannen
bold
=
gewaagd
to upset
=
in de war sturen
approach
=
methode
to underestimate
=
onderschatten
supportive
=
ondersteunend / steunend
in that way
=
op die manier
to conquer
=
overwinnen
pace
=
tempo
exhausted
=
uitgeput
satisfaction
=
voldoening
satisfactory
=
bevredigend
extremely
=
buitengewoon
prayer
=
gebed
passionate
=
hartstochtelijk
to involve
=
inhouden
ultimate
=
laatst
courageous
=
moedig
unfortunate
=
ongelukkig
magnificent
=
prachtig
comfort
=
troost
to slip
=
uitglijden
sociable
=
vriendelijk
marvellous
=
wonderbaarlijk
definitely
=
zeker
to prove
=
aantonen
hesitantly
=
aarzelend
conventional
=
alledaags
skilful
=
bekwaam
to achieve
=
bereiken
security guard
=
beveiligingsbeambte
evidence
=
bewijs
peculiar
=
bijzonder
belly
=
buik
crisps
=
chips
huge
=
enorm
to recognise / to admit
=
erkennen
to consume
=
eten en drinken
imagination
=
fantasie
pint
=
groot glas
semi-final
=
halve finale
entire
=
heel
to feature
=
de hoofdrol spelen
notion
=
idee
capable of
=
in staat om
lean
=
mager en fit
medieval
=
middeleeuws
to require
=
nodig hebben
to hug
=
omhelzen
unusual
=
ongewoon
to abandon
=
opgeven
striking
=
opvallend
fashionable
=
populair
to host
=
presenteren
to broadcast live
=
rechtreeks uitzenden
straight from
=
rechtstreeks uit
to calculate
=
rekenen
giant
=
reus
to shrug your shoulders
=
je schouders ophalen
slender
=
slank en aantrekkelijk
crafty
=
sluw
swift
=
snel
at least
=
tenminste
tournament
=
toernooi
to excel
=
uitblinken
determination
=
vastberadenheid
astonishing / amazing
=
verbazingwekkend
to ban
=
verbieden
to come of age
=
volwassen worden
rage / fury
=
woede
to turn
=
worden
prime time
=
zendtijd met de grootste kijkdichtheid
stock exchange
=
aandelenbeurs / beurs
appeal
=
aantrekkingskracht
urge
=
sterke drang
upset
=
geschokt
extreme
=
gevaarlijk en opwindend
disabled
=
invalide
scar
=
litteken
to convince somebody of something
=
overtuigen
crew
=
ploeg
wheelchair
=
rolstoel
gear / equipment
=
uitrusting
addiction
=
verslaving
tough
=
zwaar
occasional
=
af en toe
to take up
=
beginnen
to stress
=
benadrukken
elbow
=
elleboog
gradually
=
geleidelijk
slope
=
helling
helmet
=
helm
angle
=
hoek
attitude
=
houding
to maintain
=
onderhouden
exaggerated
=
overdreven
wrist
=
pols
series
=
reeks
ample
=
ruim voldoende
scrape
=
schaafwond
rapids
=
stroomversnellingen
to disturb
=
storen / verstoren
skill
=
vaardigheid
to twist
=
verzwikken
to fix somebody up
=
iemand voorzien
unsteady
=
wankel
authority
=
autoriteit
case
=
geval
thrill-seeker
=
iemand die de spanning opzoekt
informal
=
informeel
to scratch
=
krassen
elevator
=
lift
curiosity
=
nieuwsgierigheid
surface
=
oppervlak
to challenge
=
uitdagen
to vary
=
variëren
to display
=
tonen / vertonen
to assume
=
aannemen
it is assumed that
=
er wordt aangenomen dat
craft
=
ambacht
treatment
=
behandeling
genuinely
=
echt
cabin
=
blokhut / hut
currently
=
momenteel
emergency
=
nood / voor noodgevallen
maintenance
=
onderhoud
excitement
=
opwinding
to apply for
=
solliciteren naar
to broaden
=
verruimen