FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Of course!
Of course2-4havo
Ofcourse2-4h-H3-EN ->
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
boundary
=
grens
to budget
=
geld reserveren
challenging
=
uitdagend
flash
=
duur uitziend
overwhelmed
=
overweldigd
rather
=
liever / beter
referral
=
verwijzing
rose-tinted view of
=
te optimistische kijk op
vital
=
zeer belangrijk
spokesperson
=
woordvoerder
session
=
bijeenkomst
verbal
=
mondeling / gesproken
trigger
=
veroorzaker
executive
=
leidinggevend persoon / leidinggevende
to combat
=
bestrijden
to forge
=
vormen / scheppen
anonymous
=
anoniem / naamloos
to pilot
=
proberen
to reflect on
=
diep nadenken over
lad
=
knul / jongen
to ensure
=
verzekeren / veiligstellen
to implement
=
uitvoeren
fund
=
fonds
to launch
=
op touw zetten / starten
to mentor
=
raad en hulp geven / begeleiden
to the extent that
=
zo erg dat
scheme
=
project
to instigate
=
in werking zetten
eating disorder
=
eetstoornis
one-off
=
eenmalig
to take the mickey out of somebody
=
iemand voor de gek houden
occurrence
=
voorval
to adjust / to conform
=
zich aanpassen
backward
=
achter in ontwikkeling / achtergebleven in ontwikkeling
concept
=
idee
to erase
=
uitwissen
flavour
=
smaak
grade
=
cijfer / schoolcijfer
outlook on
=
kijk op
to assign to
=
toewijzen aan
in the attic
=
op zolder
creepy
=
griezelig / eng
detention
=
voor straf nablijven op school
disgusting
=
weerzinwekkend / walgelijk
exempt from
=
vrijgesteld van
to expel / to dismiss
=
verwijderen / wegsturen
ignorant
=
onwetend / onontwikkeld
qualified
=
bevoegd
to relieve
=
aflossen
spectator
=
toeschouwer
to subject to
=
onderwerpen
to suspend
=
schorsen
in accordance with
=
in overeenstemming met
to acquire
=
verkrijgen
to attribute
=
toeschrijven
to contradict
=
tegenspreken
deputy head
=
plaatsvervangend hoofd / conrector
employment
=
werk / arbeid
to excel in
=
uitmunten in / uitblinken in
to exclude
=
uitsluiten
fake
=
vervalst / nep / vals
impressive
=
indrukwekkend
to lag behind
=
achterblijven
optional
=
keuze / facultatief
to predict
=
voorspellen
principal / headmaster
=
rector / hoofd / schoolhoofd / directeur
resigned
=
gelaten
resistance
=
weerstand / verzet
to revise
=
studeren / leren
scholarship
=
studiebeurs
shrewd
=
pienter / slim
significantly
=
beduidend / aanzienlijk
superficial
=
oppervlakkig
to take for granted
=
als vanzelfsprekend aannemen
to draw up
=
opstellen
to moan
=
jammeren
to neglect
=
verwaarlozen
to adapt to
=
aanpassen aan
to board
=
in de kost zijn / in de kost gaan
well-equipped
=
goed uitgerust