Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • appropriately = toepasselijk
  • corporation = bedrijf / onderneming
  • to diagnose = vaststellen
  • edition = druk / oplage
  • to enrol = iemand inschrijven
  • to face = onder ogen zien / omgaan met
  • geared towards = gericht op
  • intervention = tussenkomst/ ingreep
  • kindergartner = kleuter
  • retreat = weekendverblijf / verblijf
  • to adapt = zich aanpassen
  • applicant = sollicitant
  • board and lodging = kost en inwoning
  • civil servant = ambtenaar
  • to condemn = veroordelen / sterk afkeuren
  • confidential = vertrouwelijk / confidentieel
  • to be convicted = veroordeeld zijn / schuldig bevonden zijn
  • counsellor = therapeut / welzijnswerker
  • decline = afname
  • to decrease = afnemen / dalen
  • deputy = waarnemend / plaatsvervangend
  • to deter = afschrikken
  • deterrent = afschrikmiddel
  • to be entitled to = recht hebben op
  • to exclude = uitsluiten
  • extensively = uitgebreid
  • fracture = botbreuk / breuk
  • to fracture = breken
  • involuntary = onopzettelijk
  • to monitor = controleren / in de gaten houden
  • to be opposed to = tegen zijn
  • option = keuze / optie
  • reassured = gerustgesteld
  • reference = referentie / getuigschrift
  • to retain = behouden / vasthouden aan
  • school fee = schoolgeld
  • to submit oneself to = zich onderwerpen aan
  • to tempt = verleiden
  • complexion = gelaatskleur
  • entire = heel
  • to postpone = uitstellen
  • relieved = opgelucht
  • restricted = beperkt
  • to adore = aanbidden
  • to alienate = vervreemden
  • apron = schort
  • to chatter = kakelen / kwebbelen / kletsen
  • content = tevreden
  • Duchess = hertogin
  • filthy = vuil / vies / smerig
  • hospitable = gastvrij
  • incompatible = onverenigbaar
  • nickname = bijnaam
  • to patch up = verbeteren
  • to put somebody up = iemand onderdak geven
  • rag = lap / doek / vod
  • recording = opname
  • to turn up = op komen dagen
  • convenient = gemakkelijke
  • to delete = verwijderen / weghalen
  • to disconnect = afsluiten
  • to eliminate = uitsluiten / buitensluiten
  • to facilitate = makkelijker maken
  • freightliner = vrachtschip
  • gateway = poort / toegang
  • to launch = op de markt brengen
  • nutrition = voedingsleer
  • preceded by = voorafgegaan door
  • prior to = voorafgaand aan
  • potential = mogelijkheden
  • to register with = inschrijven bij
  • to reject = afwijzen
  • to schedule = plannen
  • strain = spanning / druk
  • uninhibited = ongeremd / vrij
  • unrestricted = onbeperkt
  • witty = geestig / grappig
  • exhaustive = grondig / uitgebreid
  • to supervise = controleren / toezicht houden op
  • troublesome = lastig / vervelend
  • scornful = minachtend
  • to torment = kwellen