Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • silk = zijden
  • scarf = sjaal
  • reproduce = namaken
  • Off you go = Begin maar
  • chase = achtervolging
  • exploration = verkenning
  • enemy = vijand
  • sword = zwaard
  • level = niveau
  • glow = gloeien
  • a close call = op het randje
  • assembly = montage
  • disassemble = uit elkaar halen
  • loop = lus
  • layer / coat = laag
  • even = gelijkmatig
  • uneven = ongelijkmatig
  • apply = aanbrengen
  • lecturer / tutor = docent
  • poem = gedicht
  • relieve = verlichten
  • cope with = aankunnen
  • unwind = zich ontspannen
  • creativity = creativiteit
  • mess about = aanrommelen
  • recall = zich herinneren
  • social background = sociaal milieu
  • booth = stalletje
  • unlike = in tegenstelling tot
  • at once = onmiddellijk
  • focused = geconcentreerd
  • either … or = of … of
  • dice = dobbelsteen
  • clash = botsen
  • catchy = pakkend
  • stinky = stinkend
  • Shut up! = Mond dicht!
  • chart = lijst
  • release = het uitbrengen
  • physics = natuurkunde
  • selection = selectie
  • meant to be = voorbestemd
  • the one = de ware
  • peak = bergtop
  • rehearsal room = oefenruimte
  • company = gezelschap
  • collective = collectief
  • juggler = jongleur
  • stilt walker = steltenloper
  • urban = stads
  • exhibition = tentoonstelling
  • emerging = opkomend
  • venue = zaal
  • collaborate = samenwerken
  • enrolment form = inschrijfformulier
  • condition = aandoening
  • employed = werkzaam
  • swindle = zwendel
  • post = plaatsen
  • bet = wedden
  • blame = kwalijk nemen
  • luckily = gelukkig
  • stand for = betekenen
  • promote = bevorderen
  • animations = tekenfilms
  • youth = jeugd
  • similarity = gelijkenis
  • coincidental = toevallig
  • trade = beroep
  • conspiracy = complot
  • challenging = uitdagend
  • populated = bewoond
  • seemingly = zogenaamd
  • drawback = nadeel
  • be reminiscent of = herinneren aan
  • skip = overslaan