FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
All right!
2e editie
All right2-3gt
AllRight2-3gt-H6-EN ->
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
supply
=
levering
browse
=
grasduinen
equally
=
even
trolley
=
wagentje
supervisor
=
chef
required
=
nodig
position
=
baan
classifieds
=
advertenties
mid-morning
=
halverwege de ochtend
pass
=
slagen
minimise
=
verkleinen
narrow
=
beperken
proper
=
echte
shift work
=
wisseldiensten
jewellery
=
sieraden
canteen
=
kantine
stall
=
stalletje
stock
=
voorraad
wander around
=
rondlopen
applicant
=
sollicitant
overtime
=
overwerk
practical
=
praktisch
backpacking
=
rondreizen met een rugzak
native language
=
moedertaal
junior
=
jeugd
set out
=
voornemen
take to
=
leuk vinden
folks
=
ouwelui
place of residence
=
woonplaats
the Dutch
=
Nederlanders
accurately
=
nauwkeurig
globetrotter
=
wereldreiziger
name
=
noemen
instantly
=
onmiddellijk
brag
=
opscheppen
role model
=
voorbeeld
host family
=
gastgezin
process
=
verwerken
drop off
=
wegbrengen
understanding
=
begrip
gender
=
geslacht
convey
=
overbrengen
bound to
=
gebonden aan
first aid
=
eerste hulp
hospitable
=
gastvrij
visa
=
visum
responsibility
=
verantwoordelijkheid
reputation
=
reputatie
slice
=
stuk
foundation
=
basis
passionate
=
gepassioneerd
culinary
=
culinair
educational
=
educatieve
come true
=
uitkomen
department
=
afdeling
expertise
=
vakkennis
benefit
=
profiteren
maximum
=
maximale
campus
=
schoolterrein
occasion
=
gelegenheid
stimulating
=
motiverend
joy
=
vreugde
completely
=
volledig
cover for
=
invallen voor
apply
=
solliciteren
details
=
gegevens
staff
=
personeel
chemistry
=
scheikunde
possibility
=
mogelijkheid
confident
=
zelfverzekerd
underestimate
=
onderschatten
confuse
=
verwarren met
struggle
=
worstelen
sense of
=
gevoel voor
polluted
=
vervuild
prove
=
bewijzen
discourage
=
ontmoedigen