Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • at least = tenminste
  • avoid = vermijden
  • be thirsty = dorst hebben
  • combine = combineren
  • equipment = apparatuur / apparaten / uitrusting
  • goal post = doelpaal
  • hate = een hekel aan hebben
  • injury = blessure
  • instead of = in plaats van
  • invent = uitvinden
  • level = niveau
  • neighbour = buurman / buurvrouw
  • proper = juist / goed / toepasselijk
  • regular = regelmatig
  • stairs = trap
  • straight = recht
  • unhealthy = ongezond
  • become = worden
  • chest = borst
  • gear = spullen
  • instructor = instructeur
  • lie = liggen
  • rent = huren
  • shoulder = schouder
  • solution = oplossing
  • strengthen = sterker maken
  • stretch = uitrekken
  • tie = vastbinden
  • waist = middel
  • weapon = wapen
  • work out = trainen
  • workout = conditietraining
  • appointment = afspraak
  • bottom = onderkant
  • break = breken
  • foot = voet
  • gradually = geleidelijk
  • amazing = ongelofelijk
  • back = rug
  • especially = vooral
  • exercise = oefening / oefenen / trainen
  • experience = ervaring
  • female = vrouwelijk
  • gym = sportschool / fitnessruimte
  • healthy = gezond
  • increase = verbeteren / vergroten
  • lift = optillen
  • male = mannelijk
  • muscle = spier
  • press = drukken op
  • pull = trekken
  • push = drukken
  • save = sparen
  • stomach = maag