Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • admit = toegeven
  • century = eeuw
  • emperor = keizer
  • fry = bakken
  • in memory of = ter nagedachtenis aan
  • match = lijken op
  • nickname = bijnaam
  • recognize = erkennen
  • tomb = graf
  • whenever = wanneer dan ook
  • arrangement = afspraak / iets wat geregeld is
  • attitude = houding / instelling
  • charge = in rekening brengen / rekenen
  • command = beheersing
  • comparatively = betrekkelijk
  • decade = decennium / tien jaar
  • determine = bepalen / vaststellen
  • diversity = verscheidenheid / diversiteit
  • enable = in staat stellen
  • harvest = oogst
  • home to = hebben / bieden
  • package tour = georganiseerde reis
  • qualifications = diploma's / papieren
  • rare = zeldzaam
  • skip = overslaan
  • appreciate = waarderen
  • attend school = naar school gaan
  • aware of = bewust van
  • exploit = uitbuiten / misbruiken
  • harsh = wreed
  • labourer = handarbeider
  • slum = sloppenwijk
  • take part = meedoen
  • tough = moeilijk / zwaar
  • true = ware / echte
  • unskilled = ongeschoold
  • villager = dorpsbewoner
  • keen on = gek op
  • mixture = mengsel
  • species = soort
  • spice = kruid / specerij