Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • bedroom = slaapkamer
  • far = ver
  • farm = boerderij
  • leave = verlaten
  • part = deel
  • show = laten zien
  • soon = binnenkort
  • summer = zomer
  • visit = bezoeken
  • winter = winter
  • desk = balie
  • dive = duiken
  • door = deur
  • exit = uitgang
  • group = groep
  • leave / depart = vertrekken
  • quick / fast = snel
  • sea = zee
  • watch out = uitkijken / oppassen
  • airport = vliegveld
  • beach = strand
  • free = gratis
  • return = retourtje
  • single = enkele reis
  • teenager = tiener
  • travel = reizen
  • lost = verdwaald
  • miss = missen
  • of course = natuurlijk
  • remember = onthouden