Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • exchange student = uitwisselingsleerling / uitwisselingsstudent
  • countryside = platteland
  • insult = belediging
  • refuse = weigeren
  • unlikely = onwaarschijnlijk
  • host family = gastgezin
  • acquaintance = kennis
  • odd = oneven
  • even = even
  • introduce = voorstellen / introduceren
  • get acquainted = leren kennen
  • incredible = ongelooflijk / ongelooflijke / ongelofelijk / ongelofelijke
  • performance = optreden
  • below = hieronder
  • treat = verwennerij
  • fried = gebakken
  • stew = stoofpot
  • goat = geit
  • on the other hand = aan de andere kant
  • noodles = mie
  • siblings = broers en zussen
  • contain = bevatten
  • immediately = meteen / onmiddellijk / direct
  • sweep = vegen
  • branch = tak
  • streamers = slingers
  • for instance = bijvoorbeeld
  • electricity = elektriciteit
  • though = echter
  • pros and cons = voordelen en nadelen / voor- en nadelen / voors en tegens
  • peaceful = vredig / vredige / rustig / rustige
  • close friends = dikke vrienden
  • otherwise = anders
  • exist = bestaan
  • in general = in het algemeen
  • for granted = als vanzelfsprekend / vanzelfsprekend
  • sign up = inschrijven
  • poverty = armoede