FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
All right!
1e editie
All right1-4gt
AllRight1-4gt-H3-NE
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
course / training / training course
=
cursus / opleiding
enrol
=
zich inschrijven / schrijven zich in
interview / job interview
=
sollicitatiegesprek
at this stage
=
op dit moment
option
=
keuze
qualified
=
gediplomeerd / bevoegd
vacancy / job vacancy
=
vacature
apply for
=
solliciteren naar
impression
=
indruk
application letter
=
sollicitatiebrief
modest
=
bescheiden
common sense
=
gezond verstand
interrupt
=
onderbreken
acquire
=
verwerven / verkrijgen
hands-on experience
=
praktijkervaring / ervaring
current
=
huidig / huidige
qualification
=
diploma
practical training
=
stage / leren in de praktijk
profession
=
beroep / vak
suit
=
passen bij
male
=
mannelijk / mannelijke
female
=
vrouwelijk / vrouwelijke
in brief
=
in het kort
evidence
=
bewijs
instruction
=
uitleg
nationwide
=
in het hele land
leaflet
=
folder
delay
=
vertragen
announce
=
aankondigen
unpleasant
=
onaangenaam / onaangename
likely
=
waarschijnlijk
reduce
=
verminderen
queue
=
rij
educate
=
opleiden
area
=
gebied
divide
=
verdelen
main
=
voornaamste
primary school
=
basisschool
secondary school
=
middelbare school
reach
=
bereiken
raise
=
verhogen
examination
=
examen
subject
=
schoolvak
bright
=
slim / intelligent
proper
=
goed / fatsoenlijk
solution
=
oplossing
in particular
=
in het bijzonder / juist
benefit from
=
hebben voordeel van / voordeel hebben van
level
=
niveau
instead of
=
in plaats van
suffer from
=
lijden aan een ziekte / lijden aan / een ziekte hebben / hebben
lack of
=
gebrek aan / tekort aan
attitude
=
houding / instelling
camp site
=
camping
PE teacher
=
gymleraar
carpenter
=
timmerman