Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • healthy body / a healthy body = gezond lichaam / een gezond lichaam
  • overweight = te zwaar
  • per cent = procent
  • risk = risico
  • habit = gewoonte
  • fun = plezier
  • pattern = patroon
  • rollerblading = skeeleren
  • rowing = roeien
  • mention = noemen / melden / zeggen
  • sleeping bag = slaapzak
  • meet - met - met = ontmoeten - onmoette - ontmoet
  • health = gezondheid
  • chest = borstkas
  • spot = puistje
  • disappear = verdwijnen
  • skin = huid
  • injury = blessure
  • do - did - done = doen - deed - gedaan
  • hygiene = hygiëne
  • inflamed = ontstoken
  • the elderly = bejaarden
  • blood = bloed
  • prescribe = voorschrijven
  • condition = kwaal
  • bottom = onderkant
  • neat = keurig
  • flat = plat
  • gossip = roddelen
  • GP = huisarts
  • keep - kept - kept = houden - hield - gehouden
  • surgeon = chirurg
  • cover = bedekken
  • bandage = verband
  • clinic = kliniek
  • scissors / pair of scissors = schaar
  • stack shelves = vakkenvullen
  • shelf stacker = vakkenvuller
  • exactly = precies
  • hurt = pijn doen