FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
All right!
1e editie
All right1-3hv
AllRight1-3hv-H7-NE
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
ingenious
=
ingenieus / slim
alphabet
=
alfabet
sign
=
signalen geven
wave
=
zwaaien
raise your finger
=
je vinger opheffen / je vinger opsteken
scientist
=
wetenschapper / geleerde
priest
=
priester / geestelijke
development
=
ontwikkeling
base on
=
baseren op
remote
=
afgelegen
support
=
ondersteuning
offer
=
aanbod
extreme
=
extreem
gesture
=
gebaar
visible
=
zichtbaar
vowel
=
klinker
consonant
=
medeklinker
independent
=
onafhankelijk
separate
=
afzonderlijk / apart
transfer
=
overbrengen
persuade
=
overtuigen
offence
=
overtreding / misdrijf
prison
=
gevangenis
treat
=
behandelen
danger
=
gevaar
private / in private / in private
=
privé
invitation
=
uitnodiging
add
=
toevoegen
public
=
openbaar
request
=
verzoek
adult
=
volwassene
connect with someone
=
klikken met iemand
unless
=
tenzij
save
=
bewaren / opslaan
report
=
aangifte doen
nickname
=
bijnaam
although
=
hoewel
ignore
=
negeren
donation
=
donatie
promote
=
promoten / reclame maken
the press
=
de pers
producer
=
producent
quality
=
kwaliteit
mainly
=
vooral
record company
=
platenmaatschappij
swap
=
ruilen / uitwisselen
control
=
beheersen / sturen
steal - stole - stolen
=
stelen - stal - gestolen
category
=
categorie
inspiration
=
inspiratie
adorable
=
schattig
apparently
=
blijkbaar
block
=
blokkeren / tegenhouden
access
=
toegang
insult
=
beledigen
remove
=
verwijderen
sentence
=
veroordelen
disappointed
=
teleurgesteld
introduce
=
introduceren
digital
=
digitaal
take the minutes
=
notuleren
sort out / arrange
=
regelen
item
=
onderdeel / punt op agenda
parrot
=
papegaai
whistle
=
fluiten
table tennis
=
tafeltennis
bat
=
slaghout / bat
get on with somebody
=
goed kunnen opschieten met iemand
fluently
=
vloeiend
enthusiastic
=
enthousiast
physically
=
fysiek
properly
=
fatsoenlijk / correct