FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
All right!
1e editie
All right1-3hv
AllRight1-3hv-H1-NE
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
permission
=
toestemming
approach
=
naderen
delay
=
vertraging
bathroom
=
wc / badkamer
airport
=
luchthaven
subway / tube / underground
=
ondergrondse / metro
I beg your pardon
=
Wat zegt u
import into
=
importeren in / invoeren in
wedding ring
=
trouwring
information desk
=
informatiebalie
yard
=
96 cm
Follow the signs
=
Volg de borden
You're welcome
=
Graag gedaan
on holiday
=
op vakantie
step
=
stap
enjoy
=
genieten
energy
=
energie
skill
=
vaardigheid
environment
=
omgeving / milieu
community
=
gemeenschap
custom
=
gewoonte
fair
=
eerlijk
responsibility
=
verantwoordelijkheid
action
=
daad / actie
claim
=
beweren
escape
=
ontsnappen
football / soccer
=
voetbal
aim
=
doel
manage
=
leiden / besturen
task
=
taak
island
=
eiland
capital
=
hoofdstad
population
=
bevolking
farmer
=
boer
leaf
=
blad
lay eggs
=
eieren leggen
frost
=
vorst
shower
=
bui
traffic
=
verkeer
direction
=
richting
narrow
=
smal / nauw
lane
=
rijbaan / straat / weggetje / landweggetje
public transport
=
openbaar vervoer
beyond
=
verder / daarachter / daarna
change
=
overstappen
depart
=
vertrekken
platform
=
perron
on behalf of
=
namens
announce
=
aankondigen
cancel
=
annuleren
seat belt
=
gordel
wound
=
wond
itch
=
jeuken
rub into
=
insmeren
spread - spread - spread
=
verspreiden - verspreidde - verspreid / zich verspreiden
travel agent
=
reisbureau
backpack
=
rondtrekken met rugzak / rondtrekken / reizen met rugzak
organise
=
organiseren
book
=
boeken / reserveren
plan
=
van plan zijn
possible
=
mogelijk
get somewhere
=
ergens komen
tent
=
tent
sleeping bag
=
slaapzak