FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
All right!
1e editie
All right1-3hv
AllRight1-3hv-H6-EN ->
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
put through
=
doorverbinden
personnel manager
=
personeelschef
at a stretch
=
achter elkaar
guess
=
veronderstellen / aannemen
be employed
=
een baan hebben
off sick
=
met ziekteverlof
temporary replacement
=
tijdelijke vervanger
permanent job
=
vaste baan
working hours
=
werktijden
night shift
=
nachtploeg
school of catering and hospitality
=
soort hotelvakschool
application form
=
sollicitatieformulier
rate of pay
=
loon
GCSE / General Certificate of Secondary Education
=
Brits examenniveau (ong. vmbo) / Brits examenniveau / vmbo
suit
=
uitkomen / schikken
classified ad
=
kleine advertentie
A level
=
Brits examenniveau (ong. vwo) / Brits examenniveau / vwo
graduation
=
afstuderen / diplomauitreiking
set up
=
opzetten / beginnen
cope with
=
verdragen / aankunnen
have a go
=
poging wagen
ability
=
vermogen
child labour
=
kinderarbeid
cut
=
snee
warehouse
=
pakhuis / magazijn
raid
=
inval / politieoverval
basement
=
kelder
badge
=
politiepenning
labour
=
werk / werken
supervise
=
toezicht houden
bid
=
bieden / bieden op / bod
sigh
=
zuchten
site
=
locatie
corporate
=
bedrijfs / van een bedrijf
team-building
=
teamgeest opbouwen / teambuilding
lunatic
=
gek / krankzinnige
be under fire
=
onder vuur liggen
goggles
=
beschermende bril / bril
qualified
=
gediplomeerd
invest
=
investeren
employ
=
in dienst hebben / in dienst nemen
run a company
=
een bedrijf leiden
leading
=
toonaangevend
trade
=
handel
judge
=
beoordelen
presentable
=
representatief