FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
All right!
1e editie
All right1-3hv
AllRight1-3hv-H5-EN ->
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
the other day
=
een paar dagen geleden
impressive
=
indrukwekkend
let down
=
teleurstellen
upset
=
van slag brengen
get along
=
met elkaar opschieten
barely
=
nauwelijks
couple
=
stel / stelletje / paar
After all
=
immers
persuade
=
overhalen / overtuigen
no worries
=
geen probleem
casual clothes
=
vrijetijdskleding
baggy
=
heel wijd
admission
=
toegangsprijs
obligatory
=
verplicht
stay put
=
blijven staan
joy
=
plezier / vreugde
stay out late
=
laat buiten blijven
wisdom
=
wijsheid
excitement
=
opwinding
connect
=
contact maken
approval
=
goedkeuring
approve
=
goedkeuren
in ruins
=
geruïneerd
demanding
=
veeleisend
argument
=
ruzie
once in a while
=
zo nu en dan
checkpoint
=
controlepost
turn back
=
terugsturen
distrust
=
wantrouwen
appreciate
=
waarderen
continue to
=
doorgaan met
in spite of
=
ondanks
resolve conflicts
=
conflicten oplossen
backyard
=
achtertuin
life raft
=
reddingsvlot / reddingsboot
strengthen
=
versterken
irresistible
=
onweerstaanbaar / onweerstaanbare
loo
=
toilet / wc
peel off
=
afpellen / lostrekken
pull out
=
verwijderen
snog
=
zoen / knuffel
shuffle
=
schuifelen
ache
=
pijn doen / zeer doen
passionate
=
hartstochtelijk
tender
=
lief / teder
peck
=
vluchtige zoen
prospect
=
vooruitzicht / kans
stimulate
=
stimuleren / prikkelen
pupil
=
pupil / oogpupil / pupil van je oog
occur
=
voorkomen / vóórkomen / plaatsvinden
in the space of
=
binnen
feel drawn to
=
zich aangetrokken voelen tot / aangetrokken voelen tot
impress
=
indruk maken op
flash
=
flitsen / schitteren
current
=
huidig / huidige
stylish
=
modieus / modieuze / elegant / elegante
smooth
=
glad / soepel
lip balm
=
lippenbalsem
protective
=
beschermend / beschermende
patient
=
geduldig
get down
=
moedeloos van worden
at this rate
=
op deze manier / in dit tempo
good-looking
=
er goed uitzien
can't stand / cannot stand
=
niet uit kunnen staan