FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
All right!
1e editie
All right1-3hv
AllRight1-3hv-H2-EN ->
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
GMT / Greenwich Mean Time
=
wereldstandaard voor tijd
witchcraft
=
hekserij / tovenarij
crime
=
misdaad
ban
=
verbod
recognise
=
erkennen
witch
=
heks
wizard
=
tovenaar
supernatural
=
bovennatuurlijk / bovennatuurlijke
healer
=
genezer
constitution
=
grondwet
question
=
kwestie
affect
=
raken
uneducated
=
ongeschoold
dissolve
=
oplossen
a bunch
=
een hoop
make your point
=
standpunt verduidelijken
haunted
=
spook
tale
=
verhaal
fun outing
=
plezierig uitstapje
martyr
=
martelaar
shiver down your spine
=
rilling over de rug
tourist information office
=
VVV
college
=
universiteit
vision / eyesight
=
gezichtsvermogen
graduate
=
afstuderen / afgestudeerde
meanwhile
=
ondertussen
immediately
=
onmiddellijk / meteen
tap
=
tikken / kloppen
reveal
=
onthullen
speech
=
lezing
come true
=
uitkomen
It's no big deal
=
Het is niet belangrijk
pick on
=
pesten
bond
=
band / band krijgen
especially
=
vooral
miracle
=
wonder
achieve
=
bereiken / verwezenlijken
incredible
=
ongelooflijk
Boxing Day
=
Tweede Kerstdag
security guard
=
beveiligingsbeambte
binoculars
=
verrekijker
branch
=
tak
farmland
=
landbouwgrond
beam
=
straal
confirm
=
bevestigen
deny
=
ontkennen
genuine
=
echt / echte / authentiek / authentieke
significant
=
belangrijk
lighthouse
=
vuurtoren
flash light
=
zaklamp
aluminium foil
=
aluminiumfolie
resemble
=
lijken op
tend
=
hoeden
tip
=
aanraken
severe thunderstorm
=
zwaar onweer
come across
=
tegenkomen
entire
=
compleet / complete / volledig / volledige / heel / hele
topic
=
onderwerp
evidence
=
bewijs
alien
=
buitenaards wezen
slimy
=
slijmachtig / glibberig
creature
=
schepsel / wezen
vary
=
variëren / verschillen
wag
=
kwispelen
swamp
=
moeras