FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
All right!
1e editie
All right1-2thv
AllRight1-2thv-H8-NE
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
act
=
handelen
ant
=
mier
apparently
=
blijkbaar
decorate
=
opknappen
dessert
=
dessert / toetje
dish
=
gerecht
fry
=
frituren / bakken
Italian
=
Italiaans
pea
=
erwt
recipe
=
recept
search
=
zoeken
sitting room
=
zitkamer
snack
=
tussendoortje
stand - stood - stood
=
staan - stond - gestaan
taste
=
smaken / proeven
tuna
=
tonijn
wood
=
hout
Yum / Yummy
=
Mmm!
addiction
=
verslaving
battle
=
strijd / gevecht
break
=
kans
career
=
carrière
childhood
=
kindertijd / jeugd
chip shop
=
patatkraam / snackbar
deal
=
voorstel / deal
education
=
onderwijs
have a clue
=
een idee hebben / weten
head teacher
=
directeur van een school
homeless
=
dakloos
staff
=
personeel
strict
=
streng
succeed
=
slagen
trainee
=
stagiair / stagiaire
training
=
training / stage
unemployed
=
werkloos
unfortunately
=
helaas
appetite
=
trek / honger
be used to
=
gewend zijn aan
deep-fry
=
frituren
diet Coke
=
cola light
dust
=
stof
foreign
=
buitenlands / vreemd
frog
=
kikker
go out
=
uitgaan
mashed potatoes
=
aardappelpuree
mineral water
=
bronwater
nearby
=
dichtbij
reaction
=
reactie
regular Coke
=
gewone cola
sleep - slept - slept
=
slapen - sliep - geslapen
spider
=
spin
success
=
succes
the same
=
hetzelfde
too bad
=
jammer
way
=
manier
add
=
toevoegen
come in
=
binnenkomen
exactly
=
precies
juice
=
sap
meatball
=
gehaktbal
pepper
=
paprika
piece
=
stuk / stukje
put - put - put
=
zetten - zette - gezet / neerzetten - zette neer - neergezet
salt
=
zout
spicy
=
pittig / gekruid
tidy
=
opruimen