Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • at last = eindelijk
  • chicken = kip
  • dessert = toetje
  • elbow = elleboog
  • for example = bijvoorbeeld
  • menu = menu
  • salad = salade
  • sitting room = zitkamer / woonkamer
  • taste = smaken
  • terrible = vreselijk
  • That's the point = Daar gaat het om
  • bin = afvalbak
  • butter and flour = boter en bloem
  • make - made - made = maken - maakte - gemaakt
  • Never mind = Geeft niet
  • pea = erwt
  • peanut butter = pindakaas
  • prepare = maken / bereiden
  • recipe = recept
  • search for = zoeken
  • smell = ruiken
  • snack = hapje
  • tasty = lekker
  • tuna = tonijn
  • well-known = bekend
  • wood = hout
  • ashtray = asbak
  • dish of the day = dagschotel
  • fresh juice = vers sap
  • ice cream = ijs
  • nut = noot
  • sea = zee
  • serve = serveren / aanbieden
  • vegetable = groente
  • wine = wijn
  • Come in = Kom binnen
  • Come over here = Kom hierheen
  • I'm fine = Ik hoef niks
  • kind = aardig / vriendelijk
  • piece = stuk
  • salt = zout