FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
All right!
1e editie
All right1-2kgt
AllRight1-2kgt-H3-NE
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
button
=
knop
buy - bought - bought
=
kopen - kocht - gekocht
clothes
=
kleding
colour
=
kleur
different
=
verschillend
find - found - found
=
vinden - vond - gevonden
have - had - had
=
hebben - had - gehad
jacket
=
jasje
jeans
=
spijkerbroek
look at
=
kijken naar
make - made - made
=
maken - maakte - gemaakt
price
=
prijs
say - said - said
=
zeggen - zei - gezegd
see - saw - seen
=
zien - zag - gezien
send - sent - sent
=
sturen - stuurde - gestuurd
shirt
=
hemd
skirt
=
rok
store
=
winkel
come - came - come
=
komen - kwam - gekomen
jumper
=
trui
maybe
=
misschien
not bad
=
niet slecht
prefer
=
liever hebben
press
=
drukken op
read - read - read
=
lezen - las - gelezen
tell - told - told
=
vertellen - vertelde - verteld
the same
=
hetzelfde
town
=
stad
trousers
=
broek
useful
=
nuttig
write - wrote - written
=
schrijven - schreef - geschreven
amazing
=
ongelofelijk
bear
=
beer
boot
=
laars
department
=
afdeling
department store
=
warenhuis
dress
=
jurk
fashion
=
mode
heavy
=
zwaar
know - knew - known
=
weten - wist - geweten
man
=
man
men
=
mannen
over
=
meer dan
short
=
kort
soft
=
zacht
wear - wore - worn
=
dragen - droeg - gedragen
woman
=
vrouw
women
=
vrouwen
at the moment
=
nu / op het moment
cut - cut - cut
=
knippen - knipte - geknipt
old-fashioned
=
ouderwets
Shut up
=
Houd je mond