Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • afraid = bang
  • arrive = aankomen
  • balloon = ballon
  • card = kaart
  • congratulations = gefeliciteerd
  • fantastic = fantastisch
  • food = eten
  • homework = huiswerk
  • leave = vertrekken
  • make a wish = een wens doen
  • meet = ontmoeten / afspreken
  • music = muziek
  • outside = buiten
  • party = feestje
  • perhaps = misschien
  • present = cadeautje
  • ready = klaar
  • soon = binnenkort / gauw
  • stupid = stom
  • aunt = tante
  • bottle = fles
  • bride = bruid
  • church = kerk
  • cousin = neef / nicht
  • easy = gemakkelijk
  • floor = vloer / grond
  • guest = gast
  • happen = gebeuren
  • horse = paard
  • important = belangrijk
  • marry = trouwen
  • month = maand
  • photo = foto
  • sounds like = klinkt als
  • tradition = traditie
  • uncle = oom
  • visit = bezoeken
  • white = wit
  • give = geven
  • go = gaan
  • know = weten
  • last = duren
  • meal = maaltijd
  • mean = betekenen
  • people = mensen / bevolking
  • sit = zitten
  • song = liedje
  • sound = klinken
  • stand = staan
  • sugar = suiker
  • tell = vertellen
  • temple = tempel
  • wine = wijn
  • box = doos
  • go shopping = winkelen
  • grandparents = grootouders
  • keep = houden
  • look for = zoeken naar
  • maths = wiskunde
  • remember = onthouden
  • store = winkel
  • straight on = rechtdoor
  • try = proberen