Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • bit = beetje
  • just a minute = wacht even
  • lose = verliezen
  • mate = vriend
  • must = moeten
  • near = dicht bij / dichtbij
  • right now = op dit moment
  • sports hall = sporthal
  • Well done = Goed gedaan
  • all = de hele
  • come = komen
  • dance = dansen
  • work = werk
  • everything = alles
  • fast = snel
  • forget = vergeten
  • go out = uitgaan
  • history = geschiedenis
  • horse = paard
  • horse-riding = paardrijden
  • learn = leren
  • lots of = veel
  • maths = wiskunde
  • serious = serieus
  • summer = zomer
  • tonight = vanavond
  • funny = grappig
  • information = informatie
  • meet = ontmoeten