Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • greasy = vet
  • mad = gek
  • tasty = smakelijk / lekker
  • have a look = een kijkje nemen
  • laugh = lachen
  • serve = serveren / rondbrengen
  • sauce = saus
  • tuna = tonijn
  • a few = een paar
  • I’m off. = Ik ga ervandoor.
  • true = waar
  • get up = opstaan
  • biscuit = koekje
  • health = gezondheid
  • salmon = zalm
  • waitress = serveerster
  • at dinner time = tijdens het avondeten
  • many times = vaak
  • USA = VS / Verenigde Staten
  • lose weight = afvallen
  • cereal = ontbijt met granen
  • grapes = druiven
  • mints = pepermuntjes
  • noodles = mie
  • packet of crisps = zakje chips
  • peas = doperwten
  • rabbit = konijn
  • scrambled eggs = roerei
  • change = verandering
  • difference = verschil
  • enough = genoeg
  • result = resultaat
  • usually = gewoonlijk
  • way = manier
  • delicious = heerlijk
  • lovely = lekker
  • smell = ruiken
  • vegetarian = vegetariër
  • already = al
  • it's called = het heet
  • some = wat
  • spicy = pittig gekruid