FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
De Uitgeversgroep
Engels A2-niveau voor Handel
A2 - Deel Handel - 1e editie
Engels A2 HV, Hoofdstuk 3
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
domestic trade
=
binnenlandse handel
boundaries
=
grenzen
subdivided
=
onderverdeeld
quantities / numbers
=
hoeveelheden
merchant
=
handelaar
backbone
=
ruggengraat
manufacturer
=
fabrikant
to refrain
=
zich onthouden
storage space
=
opslagruimte
cooperation
=
samenwerking
to supply
=
leveren
chain of supermarkets
=
supermarktketen
available
=
beschikking over
lorry / truck
=
vrachtwagen
can be reached
=
bereikbaar
regarding
=
betreffende
terms of delivery
=
leveringsvoorwaarden
terms of payment
=
betalingsvoorwaarden
storage possibilities
=
opslagmogelijkheden
package
=
pakket
fish products
=
visproducten
transport
=
vervoer
refrigerated lorry
=
koelwagen
chilled
=
gekoeld
to store
=
opslaan
to pack
=
verpakken
cold storage
=
vrieshuis
quote
=
offerte
doing business
=
zaken doen
to be interested
=
interesse hebben
discount
=
korting
costs of transport
=
transportkosten
to prevent
=
voorkomen
solution
=
oplossing
supplier
=
leverancier
opting for
=
kiezen voor
outstanding
=
uitstekend
local
=
lokale
adhering to
=
vasthouden aan
guidelines
=
richtlijnen
agreement
=
overeenkomst
taste buds
=
smaakpapillen
enjoyable
=
aangenaam
willingly
=
graag
services
=
diensten
gross national product
=
bruto nationaal product
importance
=
belangrijkheid
presupposition
=
vooronderstelling
peace
=
vrede
stability
=
stabiliteit
prevailing
=
heersend
globally
=
wereldwijd
to be exposed to
=
blootgesteld aan
limited
=
beperkt
behaviour
=
gedrag
to impose
=
opleggen
legal system
=
rechtssysteem
to compare
=
vergelijken
colleague
=
collega
to contact
=
contact opnemen
hazelnuts
=
hazelnoten
peanuts
=
pinda’s
wines
=
wijnen
via
=
via
ferry
=
veerboot
tomorrow afternoon
=
morgenmiddag
port
=
haven
carrier
=
vrachtschip
bunch of flowers
=
bos bloemen
roses
=
rozen
daffodils
=
narcissen
tulips
=
tulpen
at the latest
=
uiterlijk