Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • accommodate (to) = plaatsen
  • actual booking = feitelijke boeking
  • aisle = gangpad
  • arrange (to) = regelen
  • auditorium = conferentiezaal
  • autocue = autocue
  • break = pauze
  • clarify (to) = toelichten
  • college = school
  • cubicle = hokje
  • delegates = deelnemers
  • details = gegevens
  • equipment = apparatuur
  • executive = zakelijk
  • facilities = faciliteiten
  • flip charts = flipovers
  • function room = kleine zaal
  • handle (to) = verzorgen
  • highboy tables = statafels
  • ice-water = ijswater
  • immediately = onmiddelijk
  • indeed = inderdaad
  • install (to) = installeren
  • interpreter booths = tolkencabines
  • lectern = katheder
  • markers = stiften