FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
De Uitgeversgroep
ENG A2 ENG A2 FD
A2 - 1e editie
Hoofdstuk 6.0 - Travelling abroad
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
abroad
=
buitenland
aircraft - an
=
vliegtuig
airline company - an
=
luchtvaartmaatschappij
allowed
=
toegestaan
announcement - an
=
aankondiging
apply - to
=
toepassen, aanvragen
approximately
=
ongeveer
at random
=
toevallig, op goed geluk
at your leisure
=
op uw gemak
attract - to
=
aantrekken
bargain - to
=
afdingen
blustery
=
onstuimig
booking fee - the
=
reserveringskosten
bulb - the
=
hier: (bloem)bol
bull fight - the
=
stierengevecht
business trip - a
=
zakenreis
Channel - the
=
het Kanaal
cinnamon - the
=
kaneel
clearly
=
duidelijk, helder
company - a
=
bedrijf
compulsory
=
verplicht
crossing - the
=
overtocht
customs
=
douane
declare - to
=
aangeven (v. goederen), verklaren
delightful
=
heerlijk
departure - the
=
vertrek
depending on / subject to
=
afhankelijk van
destination - a
=
bestemming
dive - to
=
duiken
duration - the
=
duur
enchanting
=
betoverend
exposure - the
=
blootstelling.
fair weather
=
mooi weer
fare - the
=
reiskosten
ferry - the
=
veerboot
flooding - the
=
overstroming
fluids - the
=
vloeistoffen
foggy
=
mistig
forbid - to
=
verbieden
free of charge
=
gratis
hail
=
hagel
handling fee - the
=
verwerkingskosten
injury - an
=
verwonding, letsel
journey - a
=
reis (meestal over land)
limited
=
beperkt
loads of
=
heel veel
luxurious
=
luxe
nutmeg
=
nootmuskaat
observe - to
=
In acht nemen
occasionally
=
af en toe
once
=
eenmaal
outstanding
=
gewelding
overview -the
=
overzicht
peak season - the
=
hoogseizoen
precipitation
=
neerslag
prefer - to
=
de voorkeur geven aan
prior to
=
voor(afgaand aan)
promotional fare - the
=
promotieprijs
proud
=
trots
purchase - to
=
kopen
rain showers
=
regenbuien
required
=
vereist
resort - a
=
vakantie oord
return ticket - a
=
retourtje
rock-bottom prices
=
bodemprijzen
sailings
=
afvaarten
schedule - a
=
tijdschema, dienstrooster
shore - the
=
kust, wal
sleigh ride - a
=
(arre) slee tocht
subway - the
=
metro (AE)
sunbathing
=
zonnebaden
surname - a
=
achternaam
switch off - to
=
uitdoen
take-off
=
het opstijgen
ticket - a
=
kaartje
timetable - the
=
dienstregeling
torrential rain
=
stortregen
trek - a
=
trektocht
tribe - a
=
volksstam
umbrella - an
=
paraplu
unspoilt
=
ongerept
valid
=
geldig
Vienna
=
Wenen
view - the
=
uitzicht
visibility - the
=
zicht
volunteer - a
=
vrijwilliger
watch - a
=
horloge
watch - to
=
observeren, kijken