FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
De Uitgeversgroep
ENG A2 ENG A2 FD
A2 - 1e editie
Hoofdstuk 4.0 - Food and drink
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
add - to
=
toevoegen
aloud
=
hardop
ale batter
=
bierbeslag
although
=
(al)hoewel
apology/ies
=
verontschuldiging(en)
apron
=
schort
authorized
=
bevoegd
available
=
beschikbaar
bank holiday- a
=
officiele vakantiedag
black pudding - a
=
bloedworst
bowl - a
=
schaal
brand - a
=
merknaam
brand new
=
splinternieuw
bun - a
=
broodje, bolletje
by heart
=
uit het hoofd
cause - to
=
veroorzaken
choice - a
=
keus
chopping board - a
=
snijplank
complaint - a
=
klacht
complimentary / free of charge
=
gratis
crockery - the
=
serviesgoed
cutlery - the
=
bestek
divide by – to
=
delen door
drop - to
=
laten vallen
enjoy - to
=
genieten van
equal
=
gelijk
equipment - the
=
apparatuur
garlic - the
=
knoflook
goat cheese
=
geitenkaas
herbs
=
kruiden
hotchpot - a
=
stamppot
inconvenience - the
=
ongemak
iron - to
=
strijken
juice -the
=
sap
kale - the
=
boerenkool
knife/knives
=
mes/messen
lamb faggot
=
lamsgehakt
lap - a
=
schoot
lay the table
=
tafel dekken
leek - a
=
prei
main course - a
=
hoofdgerecht
mashed potato
=
puree
masher - a
=
stamper
measuring jug - a
=
maatbeker
minus
=
min
mushrooms
=
paddestoelen
napkin - a
=
servet
needs - the
=
wensen
on offer
=
in de aanbieding
order - to
=
bestellen
outgoing
=
sociaal, hartelijk
pea - a
=
erwt
peeling knife - a
=
schilmes
pie - a
=
taart
pine nuts
=
pijnboompitten
plate - a
=
bord
poached egg - a
=
gepocheerd ei
polite
=
beleefd
pork
=
varkensvlees
potatoes
=
aardappels
prawns
=
garnalen
properly
=
netjes
pumpkin - a
=
pompoen
raspberry - a
=
framboos
recipe - a
=
recept
refund - a
=
vergoeding
roasted
=
geroosterd
rubbish
=
afval, rotzooi
ruined
=
verpest, bedorven
satisfied
=
tevreden
sausage - a
=
worst
scales - the
=
weegschaal
seasonal produce
=
seizoensproducten
slices
=
plakken
smoked salmon
=
gerookte zalm
smooth
=
glad, soepel
solution - a
=
oplossing
solve - to
=
oplossen
spatula - a
=
spatel, houten lepel
spinach
=
spinazie
spoon - a
=
lepel
staff - the
=
personeel
starters
=
voorgerechten
steak - a
=
biefstuk
sustainable
=
duurzaam
table cloth
=
tafelkleed
till - a
=
kassa
topped with
=
gegarneerd met
vegetables
=
groenten
vegetarian - a
=
vegetarisch
venison
=
wild
waste
=
verspilling
well-done
=
goed doorbakken
wheelie-bin - a
=
container
worktop - a
=
werkvlak/blad