Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • apron = schort
  • prevent (to) = voorkomen
  • clogs = klompen
  • driving test = rijexamen
  • rectangle = rechthoek
  • waste = afval
  • eye wash = oogdouche
  • embroidered = geborduurd
  • additional = extra
  • write legibly (to) = leesbaar schrijven
  • invoice = factuur
  • break = pauze
  • rub (to) = wrijven
  • tap = kraan
  • present job = huidige baan
  • flour = bloem
  • braising pan = braadpan
  • cash deck = kassa
  • stew = stoofpot
  • trainee = stagiair(e)
  • stock = bouillon
  • sommelier = sommelier