Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • Mrs/Ms Jones/Mr Jones = Mevrouw/Meneer Jones
  • How can I help you, Madam/Sir ? = Wat kan ik voor u doen, mevrouw/meneer?
  • Number, please? What is the number please? = Welk nummer?/ Wat is uw nummer?
  • I’ll call you back in a moment/straight away. = Ik bel u zo terug.
  • Unfortunately, the number is busy/engaged. = Het nummer is helaas bezet.
  • I’ll transfer you/I’m putting you through. = Ik verbind u door.
  • Hold the line, please. = Blijft u aan de telefoon.
  • I’m afraid. = Sorry / helaas.
  • The number is not answering/there is no reply. = Dit nummer wordt niet opgenomen.
  • Pity. = Jammer
  • Could you try the number again later? = Kunt u het later nog eens proberen?
  • I would like to speak to Mr Brown = Ik wil meneer Brown spreken.
  • I’m afraid I didn’t catch your name. = Ik heb uw naam niet goed verstaan.
  • Could you spell your name for me, please? = Kunt u uw naam spellen?
  • One moment please?/Just a minute, please = Een ogenblik, aub.
  • That’s fine. That’s OK. = In orde, okee.
  • The tour operator / The travel agency. = De touroperator / het reisbureau.
  • At the moment. = Op het moment.
  • Next week / All day. = De volgende week / de hele dag.
  • What day?/On what day? = Op welke dag?
  • Can I take a message? = Kan ik de boodschap aannemen?
  • I am available between 10 and 12 a.m. = Ik ben tussen 10.00 en 12.00 bereikbaar.
  • Good bye. I look forward to hearing from you. = Tot ziens (aan de telefoon) / tot horens.