FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Cambridge University Press
THiNK
A1 - Deel Starter - 1e editie
Hoofdstuk 7 - Sporting life
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
skateboarding
=
skateboarden
gymnastics
=
gymnastiek/turnen
football
=
voetbal
golf
=
golf
to kick
=
trappen
to hit
=
slaan
to push
=
duwen
to jump
=
springen
to spin
=
draaien/tollen
somersault
=
koprol/salto
skipping rope
=
springtouw
routine
=
routine
can
=
kunnen
can't
=
niet kunnen
to ice-skate
=
schaatsen
to ride a bike
=
fietsen
to play volleyball
=
volleyballen
to do tae kwon do
=
tae kwon do beoefenen
to surf
=
surfen
to play basketball
=
basketbal spelen
to snowboard
=
snowboarden
to play tennis
=
tennissen
quarter past
=
kwart over
half past
=
half (na het uur)
o'clock
=
uur
quarter to
=
kwart voor
winner
=
winnaar
to win
=
winnen
final
=
finale
to organise
=
organiseren
January
=
januari
February
=
februari
March
=
maart
April
=
april
May
=
mei
June
=
juni
July
=
juli
August
=
augustus
September
=
september
October
=
oktober
November
=
november
December
=
december
winter
=
winter
spring
=
lente
summer
=
zomer
autumn
=
herfst
first
=
eerste
second
=
tweede
third
=
derde
fourth
=
vierde
fifth
=
vijfde
sixth
=
zesde
seventh
=
zevende
eighth
=
achtste
ninth
=
negende
tenth
=
tiende
eleventh
=
elfde
twelfth
=
twaalfde
thirteenth
=
dertiende
twentieth
=
twintigste
thirtieth
=
dertigste
thirty first
=
eenendertigste
stuff
=
dingen
Now what?
=
Wat nu?
It's no big deal
=
Geen man overboord
I'm sure
=
Ik weet zeker