Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • tribe = stam
  • livestock = vee
  • some degree of success = enig succes
  • in terms of = wat betreft
  • on the basis that = gebaseerd op het feit dat
  • scarecrow = vogelverschrikker
  • to pose = veroorzaken
  • solar panel = zonnecel/zonnepaneel
  • to charge = opladen
  • bulb = lamp
  • to flash = flitsen
  • scholarship = (studie-)beurs
  • conflict = conflict
  • bright = slim
  • responsible = verantwoordelijk
  • decisive = doortastend
  • bad-tempered = humeurig/chagrijnig
  • imaginative = creatief
  • organised = goed-georganiseerd
  • cautious = voorzichtig
  • dull = saai
  • impatient = ongeduldig
  • practical = praktisch
  • confident = zelfverzekerd
  • arrogant = arrogant
  • journalism = journalistiek
  • anxious = bezorgd
  • to deny = ontkennen
  • capable = bekwaam
  • to brainstorm = brainstormen
  • enthusiasm = enthousiasme
  • in secret = in het geheim
  • in a row = op een rij/achter elkaar
  • on purpose = met opzet
  • in a panic = in paniek/paniekerig
  • by accident = per ongeluk
  • in a hurry = haastig/gehaast
  • in private = privé/onder vier ogen
  • in public = in het openbaar
  • sb can't be serious = Dat meen je niet!
  • Give it a rest! = Laat (nou) maar!
  • to calm down = kalmeren
  • that's just it = Daar zit 'm de kneep/Dat is het 'm juist
  • again = ook al weer
  • out of order = ongepast/niet zoals het hoort
  • so far, so good = tot nu toe/tot zover
  • not very good at = niet zo goed in
  • no good = niet goed
  • a good thing = toch mooi
  • for good = voor altijd
  • all good = wel goed zo