FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Cambridge University Press
THiNK
B1 - Deel 3 - 1e editie
Hoofdstuk 3 - What's in a name?
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
target market
=
doelgroep
advertisement
=
advertentie
brand
=
merk
chain
=
keten
consumer
=
consument
image
=
imago
logo
=
logo
manufacturer
=
producent
product
=
product
a big name
=
beroemdheid
to call sb names
=
iemand uitschelden
stage name
=
artiestennaam
you name it
=
noem maar op
what's-his/her-name
=
dinges
to name the day
=
de dag kiezen
the name of the game
=
dat zijn de spelregels
to make a name for yourself
=
naam maken als
to distinguish
=
onderscheiden
impact
=
effect
unique
=
uniek
memorable
=
gemakkelijk te onthouden
to make a fool of sb
=
iemand voor schut zetten
approved
=
erkend
permission
=
toestemming
a household name
=
een begrip
to blend in
=
opgaan in
have to / should / must
=
moeten
don't have to
=
iets niet hoeven te (doen)
ought to
=
horen
shouldn't
=
niet moeten
had better
=
(kunnen) beter
had better not
=
(kunnen) beter niet
can
=
mogen
can't / mustn't
=
niet mogen