FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Cambridge University Press
THiNK
A2 - Deel 1 - 1e editie
Hoofdstuk 7 - The easy life
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
e-reader
=
eReader
digital camera
=
digitale camera
flat screen TV
=
flatscreen tv
tablet
=
tablet
laptop
=
laptop
desktop computer
=
desktopcomputer
have (got) to
=
moeten
don't have to
=
niet hoeven
Sat Nav
=
satellietnavigatie
game console
=
gameconsole/spelcomputer
headphones
=
koptelefoon
remote control
=
afstandsbediening
MP3 player
=
MP3-speler
torch
=
zaklantaarn
coffee machine
=
koffiezetapparaat
calculator
=
rekenmachine
docking station
=
dockingstation
hair dryer
=
haardroger
gadget
=
gadget
should
=
zouden moeten
shouldn't
=
zouden niet moeten
mobile phone
=
mobiele telefoon
mustn't
=
moet niet
to vacuum the floor
=
stofzuigen
to tidy up / tidying
=
opruimen
to do the ironing
=
strijken
to do the shopping
=
boodschappen doen
to set the table
=
de tafel dekken
to clear the table
=
de tafel afruimen
to do the washing-up / to wash up
=
afwassen
to make the beds
=
bedden opmaken
to do the cooking
=
koken
to do the washing
=
de was doen
to load the dishwasher
=
de vaatwasser inruimen/de vaatwasser inladen
to empty the dishwasher
=
de vaatwasser uitruimen/de vaatwasser leeghalen
chores
=
karweitjes
to like
=
leuk vinden
looks like
=
ziet eruit als
sounds like
=
klinkt als
Like what?
=
Zoals wat?
illness
=
ziekte
to invent
=
uitvinden
invention
=
uitvinding
to care about something
=
ergens om geven
environment
=
milieu
appearance
=
uiterlijk
quality
=
kwaliteit
inventor
=
uitvinder
to have access to something
=
ergens toegang toe hebben
to switch off
=
uitschakelen
robot
=
robot
to create problems
=
ergens moeilijk over doen
fair
=
eerlijk