FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Cambridge University Press
English in Mind Second edition
A1 - Deel Starter - 2e editie
Hoofdstuk 5 - They've got brown eyes
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
Africa
=
Afrika
age
=
leeftijd
animal
=
dier
another
=
nog een
Arab
=
Arabisch
arm
=
arm
as
=
zo (als)
Australia
=
Australië
baby
=
baby
bear
=
beer
because
=
omdat
to believe
=
geloven
best
=
beste
bicycle / bike
=
fiets
bird
=
vogel
bite
=
bijten
black
=
zwart
blonde
=
blond
body
=
lichaam
brown
=
bruin
budgie
=
parkiet
cat
=
kat
chemical
=
chemicaliën
chimp / chimpanzee
=
chimpansee
chocolate
=
chocolade
clean
=
schoon
cockroach
=
kakkerlak
colour
=
kleur
cricket
=
krekel
cub
=
welp
curly
=
gekruld
dark
=
donker
to describe
=
omschrijven
description
=
omschrijving
difference
=
verschil
DNA
=
DNA
drummer
=
drummer
ear
=
oor
enough
=
genoeg
example
=
voorbeeld
eye
=
oog
face
=
gezicht
fair
=
licht
few
=
enkele
foot
=
voet
forest
=
bos
fox
=
vos
glasses
=
bril
good-looking
=
knap
to grow
=
groeien
hair
=
haar
hand
=
hand
to have got
=
hebben
human
=
menselijk
Indonesia
=
Indonesië
intelligent
=
intelligent
Inuit
=
Inuit
to jump
=
springen
kangaroo
=
kangoeroe
to keep
=
houden
leg
=
been
little / small
=
klein
to look after
=
zorgen voor
loud
=
luid
magazine
=
tijdschrift
marsupial
=
buideldier
to mean
=
betekenen
medium-length
=
middellang
to mention
=
noemen
most
=
meest
mouth
=
mond
ninety-eight
=
achtennegentig
noise
=
geluid
noisy
=
luidruchtig
northern
=
noordelijk
nose
=
neus
other
=
ander
part
=
gedeelte
percent
=
procent
personal
=
persoonlijke
pet
=
huisdier
pocket
=
zak
popular
=
populair
pouch
=
buidel
quite
=
nogal
red
=
rood
same
=
identiek
seal
=
zeehond
to show
=
aantonen
similar
=
vergelijkbaar
six
=
zes
smile
=
glimlach
some
=
een aantal
to spell
=
spellen
style
=
stijl
sugar glider
=
suikereekhoorn
surname
=
achternaam
thumb
=
duim
to tick
=
aankruisen / afvinken
under
=
onder
unusual
=
ongewoon
wavy
=
golvend
to wear
=
dragen
why
=
waarom
thousand
=
duizend
ticket
=
kaartje
tomorrow
=
morgen
topic
=
onderwerp
total
=
totaal
tour
=
rondreis
tourist
=
toerist
train
=
trein
to travel
=
reizen
travel card
=
voordeelkaart
twenty-one
=
eenentwintig
university
=
universiteit
to visit
=
bezoeken
visitor
=
bezoeker
to watch
=
kijken
wax
=
was
world
=
wereld
wrong
=
verkeerd
year
=
jaar
you're welcome
=
graag gedaan