FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Boom
Delftse Methode
Deel Nederlands voor Buitenlanders
Hoofdstuk 17.0 - Met dokter Jansen wat is er aan de hand?
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
practice
=
praktijk (de)
doctor
=
dokter (de) / arts (de)
moment
=
ogenblik (het)
patience
=
geduld (het)
soon
=
spoedig
possible
=
mogelijk
as possible
=
zo ... mogelijk
is helped
=
wordt geholpen
assistant
=
assistente (de)
help
=
helpen
phone/ ring
=
bel
patient
=
patient (de)
quite
=
behoorlijk
ill
=
ziek
apointment
=
afspraak (de)
feels
=
voelt
(herself)
=
zich
pain
=
pijn (de)
trouble
=
last
stomach/ belly
=
buik (de)
this afternoon
=
vanmiddag
consulting hours
=
spreekuur (het)
manage
=
lukt
think
=
denkt
troublesome
=
lastig
afraid
=
bang
bed
=
bed (het)
outside
=
naar buiten
believe
=
gelooft
serious
=
ernstig
consult/ deliberate
=
overleg
hand
=
hand (de)
the matter
=
aan de hand
complains
=
klaagt
terrible
=
vreselijke
headache
=
hoofdpijn (de)
body
=
lichaam (het)
bad
=
slecht
almost
=
haast
worries
=
zich zorgen maakt
taken
=
opgenomen
fever
=
koorts (de)
face
=
gezicht (het)
this morning
=
vanmorgen
unfortunately
=
helaas
right/ fine
=
fijn
her
=
haar
meanwhile
=
ondertussen
every
=
ieder
case
=
geval (het)
that (on that)
=
daar … op
watch
=
letten
later
=
straks