FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Boom
Delftse Methode
Deel Nederlands voor Buitenlanders
Hoofdstuk 13.0 - Hoe kom ik daar?
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
tell me
=
zeg
feel like
=
heb ... zin
around 6
=
een uur of 6
others
=
anderen
know the way
=
weet de weg
behind
=
achter
don't you?
=
hè?
railway station
=
spoor (het)
under
=
onder ... door
tunnel
=
tunnel (de)
straight on
=
rechtdoor
crossroads
=
kruising (de)
busy
=
drukke
road
=
weg (de)
this
=
deze
cross
=
steek ... over / oversteken
to the left
=
linksaf
first
=
eerste
traffic lights
=
stoplichten
to the right
=
rechtsaf
square
=
plein (het)
right hand side
=
rechterhand
church
=
kerk (de)
take
=
neemt
past
=
voorbij
opposite
=
tegenover
shopping centre
=
winkelcentrum (het)
after
=
na
kilometre(s)
=
kilometer (de)
the same
=
dezelfde
direction
=
richting (de)
stop
=
ho / stop
remember
=
onthouden
city plan
=
plattegrond (de)
just
=
'ns / eens
goes
=
loopt
high/ tall
=
hoog
building
=
gebouw (het)
second
=
tweede
floor
=
verdieping (de)
lift
=
lift (de)
stairs
=
trappen
corner
=
hoek (de)
round the corner
=
de hoek om
last
=
laatste
door
=
deur (de)
left hand side
=
linkerkant (de)
phone/ ring
=
bellen
take with me
=
meenemen
thanks
=
bedankt
invitation
=
uitnodiging (de)
shall
=
zal
bring
=
meebrengen
nothing
=
niets