FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Boom
Delftse Methode
Deel Nederlands voor Buitenlanders
Hoofdstuk 12.0 - Anders nog iets, mevrouw?
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
pound(s)
=
pond (het)
(be) next
=
aan de beurt
I'm sorry
=
pardon
first
=
eerst
yes/ please?
=
zegt u het maar
here you are
=
alstublieft
kilo(s)
=
kilo (de)
anything else?
=
anders nog iets
cost
=
kosten
apples
=
appels
red (ones)
=
rode
very
=
erg
cent(s)
=
cent (de)
give me
=
doet u maar
it/ them
=
't
can you manage?
=
gaat 't zo mee?
carry
=
dragen
with it/ with them
=
er ... bij
bag
=
tasje (het) / tas (de)
thank you
=
dank u
all kinds of things
=
van alles
for sale
=
te koop
fresh
=
vers
fish
=
vis (de)
most important
=
belangrijkste
products
=
producten
go there
=
kunt terecht
clothes
=
kleren
shoes
=
schoenen
find
=
vindt
soap
=
zeep (de)
things
=
spullen
busy/ crowded
=
druk
noticed
=
gemerkt
but I do!
=
ik wel!
enjoyable/ cosy
=
gezellig
a lot (of)
=
een hoop
especially
=
vooral
end
=
eind (het)
knock down (a price)
=
afdingen
knew
=
wist
double
=
dubbel
the other day
=
laatst
saw
=
zag
sign
=
bordje (het)
a piece
=
per stuk
normal
=
gewoon
thought
=
dacht
myself
=
mezelf
said
=
zei
to
=
tegen
salesman
=
verkoper (de)