- Engels Nederlands
- probably = waarschijnlijk
- Queen = koningin
- president = president
- prime minister = minister-president / premier
- most important = belangrijkste
- person = persoon
- simply = een-twee-drie
- answer = beantwoorden
- ministers = ministers
- decisions = besluiten
- laws = wetten
- place = zetten
- opinion = mening
- public = openbaar
- provided for = geregeld
- play = speelt
- part = rol
- arena = leven
- certainly = jawel
- elections = verkiezingen
- appoint = wijs / benoem
- _ = informateur
- mayors = burgemeesters
- surprises = verbaast
- useful = nuttige
- contacts = contacten
- foreign countries = buitenland
- speech = toespraak
- once = eenmaal
- written = schrijft
- hardly = nauwelijks
- influence = invloed
- tiny question = vraagje
- press = pers
- well = ach
- not too bad = valt (- mee)
- free = vrije
- essential = noodzakelijk
- thank (you) = dank
- short conversation = gesprekje