- Duits Nederlands
- nur = slechts
-
Es ist nur 2 Minuten zu Fuß
Het is slechts 2 minuten lopen
- so = zo
-
es ist so
het is zo
- vor = voor
-
Ich bin vor dem Kino
Ik sta voor de bioscoop
- Bis = Tot
-
Bis hierher und nicht weiter!
Tot hier en niet verder!
- mehr = meer
-
Wir haben mehr davon erwartet
We hadden er meer van verwacht
- durch = door
-
dann gehst du durch den Tunnel
vervolgens loop je door de tunnel
- Man = Men
-
Man könnte sogar sagen, dass er Unsinn verkauft
Men zou zelfs kunnen zeggen dat hij onzin verkoopt
- zum Beispiel = bijvoorbeeld
- nett = aardig
-
Sie war sehr nett
Ze was erg aardig
- spät = laat
-
Er kam zu spät zum Unterricht
Hij was te laat voor de les
- Der Name = De naam
-
Der Name der neuen Art ist noch unbekannt
De naam van de nieuwe soort is nog onbekend
- Zusammen = Samen
-
Zusammen können wir mit allem umgehen
Samen kunnen we alles aan
- frisch = vers
-
Das Obst und Gemüse ist immer frisch
het fruit en de groenten zijn altijd vers
- Der Käse = De kaas
-
Der Käse ist lecker
De kaas is lekker
- Alter = Leeftijd
-
Alter ist nur eine Zahl
Leeftijd is alleen een nummer
- Ausland = buitenland
-
Ausländer leben im Ausland
In het buitenland wonen buitenlanders
- meistens = meestal
-
meistens benutze ich den Bus
ik gebruik meestal de bus
- manchmal = soms
-
normalerweise scheint die Sonne, aber manchmal regnet es
meestal schijnt de zon, maar soms regent het
- wichtig = belangrijk
-
Es ist wichtig
Het is belangrijk
- ein bisschen = een beetje
-
Ich bin ein bisschen eifersüchtig
ik ben een beetje jaloers
- Heute = Vandaag
-
Heute ist ein schöner Tag!
Vandaag is een mooie dag!