Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Duits Nederlands
  • meinen = bedoelen
  • Computer = de computer
  • Kurs = de cursus
  • Datum = de datum
  • Englisch = Engels
  • gratis = gratis
  • praktisch = handig
  • Herbst = de herfst / het najaar
  • Koch = de kok
  • letzte, letzter = laatst
  • lernen = leren
  • März = maart
  • mailen = mailen
  • Mai = mei
  • gleich = meteen
  • notieren = noteren
  • tagsüber = overdag
  • morgens = 's morgens
  • starten = starten
  • super = super
  • Frühjahr = het voorjaar
  • Warteliste = de wachtlijst
  • Viertel = de wijk
  • Bürgerhaus = het wijkcentrum
  • werden = zullen