Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Duits Nederlands
  • schon = al
  • alles = alles
  • immer = altijd
  • Gute Besserung = beterschap
  • Kontakt = het contact
  • ein bisschen = een beetje
  • gut = goed
  • Gruß = de groet
  • herrlich = heerlijk
  • Kopfschmerzen = de hoofdpijn
  • kalt = koud
  • schön = lekker
  • Mutter = de moeder
  • nie = nooit
  • begegnen = ontmoeten
  • schlecht = slecht
  • oft = vaak
  • Vater = de vader
  • unangenehm = vervelend
  • Freund = de vriend
  • Freundin = de vriendin
  • warm = warm
  • Woche = de week
  • Wetter = het weer
  • krank = ziek