Team Deutsch - Deel 2

Woordenlijsten Team Deutsch deel 2

Hier vind je de woordenlijsten van Team Deutsch van Intertaal.

Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Duits Nederlands
  • die Rolle = de rol
  • der / die Älteste = de oudste
  • das Sandwich-Kind = de middelste
  • der / die Jüngste = de jongste
  • die Geburt = de geboorte
  • immer = altijd
  • niemand = niemand
  • wegnehmen + A = afpakken / wegnemen
  • der Chef = de baas
  • sich nichts d(a)raus machen = zich er niets van aantrekken
  • Mach dir nichts d(a)raus! = Trek het je niet aan!
  • der Mittelpunkt = het middelpunt
  • im Mittelpunkt stehen = in het middelpunt staan
  • verwöhnen + A = verwennen
  • das Gefühl = het gevoel
  • es jmdm recht machen = het iemand naar de zin maken
  • Ich muss es allen recht machen. = Ik moet het iedereen naar de zin maken.
  • Das macht nichts. = Dat geeft niet.
  • jemand = iemand
  • die Großfamilie = de grote familie
  • die Situation = de situatie
  • der Vorteil = het voordeel
  • der Nachteil = het nadeel
  • nerven (+ A) = op de zenuwen werken
  • Mein kleiner Bruder nervt (mich) manchmal. = Mijn broertje werkt mij vaak op de zenuwen.