Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Duits Nederlands
  • die Adresse = het adres
  • heißen = heten
  • die Telefonnummer = het telefoonnummer
  • das Ausland = het buitenland
  • das Alter = de leeftijd
  • verheiratet = getrouwd
  • der Name = de naam
  • die Eltern = de ouders
  • die Heimat = het vaderland
  • der Ort = de plaats, de plek / de plaats / de plek
  • die Geschwister = de broers en zussen
  • die Papiere = de papieren