- Duits Nederlands
- schwer von Begriff sein = wat traag van begrip zijn
- eine gute Auffassungsgabe haben = vlug van begrip zijn
- in Berührung kommen mit = in aanraking komen met
- der Vorteil = het voordeel
- der Nachteil = het nadeel
- der Satellit = de satelliet
- alternativ = alternatief
- akustisches Signal = akoestische signaalgever
- vorhersehen = voorzien, vooruitzien
- die Strecke = het traject
- deswegen = darom, vandaar
- der Bauernhof = de boerderij
- die Umleitung = de omleiding
- der Tunnel = de tunnel
- der Käfer = de Kever
- einführen = introduceren
- günstig = voordelig
- der Zufall = de toeval
- zufällig = toevallig
- technisches Zeug = technische spul
- das Navigatiesystem = het navigatiesysteem
- die Funktionsweise = de werkwijze
- aus den Augen verlieren = uit het oog verliezen
- jedenfalls = althans
- Ich komme auch ohne das Ding zurecht. = Ik red het ook goed zonder dat ding.
- damals = toentertijd
- anfreunden = bevriend raken
- bloβ = slechts
- Und wie das alles heißt. = En hoe dat allemaal heet.
- unverbesserlich = onverbeterlijk
- altmodisch = ouderwets
- das Neubaugebiet = de nieuwgebouwde wijk
- renovieren = renoveren
- kreisen = circelen
- die Erde = de aarde
- erfassen = vatten
- die Landkarte = de landkaart
- projizieren = projecteren
- der Autofahrer = de autobestuurder
- sozusagen = zogezegd
- der aktuelle Stand = de actuele stand
- lenken = besturen
- errechnen = berekenen
- sich einigen = eens worden
- die Pressekonferenz = de persconferentie
- evaluieren = evalueren
- besprechen = bespreken
- importieren = importeren
- die Gebrüder = de gebroeders
- aufhören = stoppen
- solche Zahlen = zulke getallen
- der Käferbesitzer = de eigenaar van een Kever
- endgültig = definitief
- meine Fehler verbessern = mijn fouten verbeteren
- visuelle Unterstützung = visuele ondersteuning
- Autostadt = hier: de stad Wolfsburg