Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Duits Nederlands
  • zunächst = eerst
  • außerdem = bovendien
  • weiterhin = verder
  • nämlich = namelijk
  • verstehen = begrijpen / verstaan
  • bestimmt = zeker
  • einfach = eenvoudig
  • die Aufgabe = de opgave
  • der Stil = de stijl
  • nächste = volgende
  • die Gewinnerin = de winnares
  • schwierig = moeilijk
  • die Ausbildung = de opleiding
  • die Briefmarke = de postzegel
  • entwerfen = ontwerpen
  • der Flughafen = het vliegveld
  • die Schauspielerin = de actrice
  • jährlich = jaarlijks
  • verheiratet = getrouwd
  • zum Beispiel = bijvoorbeeld
  • aber = maar
  • weil = omdat
  • oder = of
  • nicht nur = niet alleen