Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Duits Nederlands
  • die Ampel = het verkeerslicht
  • der Ausländer = de buitenlander
  • die Ausländer = de buitenlanders
  • die Kreuzung = het kruispunt
  • der Unfall = het ongeluk
  • die Leute = de mensen
  • vorgestern = eergisteren
  • nie = nooit
  • frech = brutaal
  • plötzlich = plotseling
  • tot = dood
  • schneller als = sneller dan
  • sicher = veilig, zeker
  • spannend = spannend
  • im Verkehr = in het verkeer
  • in unserer Straße = in onze straat
  • verboten = verboden
  • verhaften = arresteren
  • weggefahren = weggereden
  • die Verkehrsregeln = de verkeersregels
  • Das ist nicht erlaubt. = Dat mag niet.
  • Das ist mir egal. = Dat kan me niet schelen.