Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Duits Nederlands
  • angenehm = aangenaam
  • bekannt = bekend
  • zum Beispiel = bijvoorbeeld
  • jeder = elk, ieder
  • sehr = erg / heel / zeer
  • toll = fijn / leuk / tof
  • ähnlich = gelijkaardig
  • ganz = heel
  • leider = helaas / jammer genoeg
  • spät = laat
  • morgen = morgen
  • macht nichts = niet erg / geeft niet
  • alt = oud
  • erst = pas
  • manchmal = soms / af en toe
  • ständig = steeds
  • typisch = typisch
  • freundlich = vriendelijk
  • krank = ziek