el verano el otoño el invierno
la primavera la noche la tarde
la mañana participar en rellenar
llevar el despacho la maleta
el bañador el bikini la tabla de surf
frío estupendo es una lástima
el bolígrafo el papel el móvil
el mapa

el mapa

 surfear jugar al tenis
tomar el sol nadar bailar
el mar el balón las chanclas
la toalla quedar

quedar con

 en la entrada
de winter de herfst de zomer
de middag / de avond de avond / de nacht de lente
invullen meedoen met de ochtend / de morgen
de koffer het kantoor meenemen / dragen
surfplank de bikini de zwembroek
het is jammer fantastisch / super koud
de mobiele telefoon het papier de pen
tennissen surfen de kaart

de kaart geografisch
dansen zwemmen zonnebaden
De slippers de bal de zee
bij de ingang afspreken

afspreken met

 de handdoek
el bosque la playa las montañas
el curso llueve hace frío
la semana divertido alto
feo el nivel la edad
el mejor el instructor / la instructora escribir un email
reservar empezar

iniciar / empezar

 cada uno
juntos hace calor hace buen tiempo
hace sol el viento la ola
esta tarde esta mañana esta noche
de bergen het strand het bos
het is koud het regent de cursus
hoog leuk de week
de leeftijd het niveau lelijk
e-mailen de leraar / de lerares de beste
iedereen beginnen

beginnen

 reserveren / boeken
het is mooi weer het is warm samen
de golf de wind de zon schijnt
vanavond / vannacht vanmorgen vanmiddag / vanavond