Spaans : Nederlands
el fundador = de oprichter
la fundadora = de oprichtster
el personaje de referencia = de toonaangevende persoon
poético = poëtisch
la ironía = de ironie
el sarcasmo = het sarcasme
la ternura = de tederheid
experimental = experimenteel
la cadena de televisión = de tv-zender
la agenda = de agenda
a oscuras = in het donker
el panorama = het panorama
comprometido = betrokken
el sello = de postzegel
al aire libre = in de openlucht
destruido = verwoest
asesinar = vermoorden
el rescate = het losgeld
el rehén = de gijzelaar
la victoria = de overwinning
la basura = het afval